begrippenlijst
Graag wijzen wij u erop dat begrippen meerdere en ook andere betekenissen kunnen hebben dan deze. Afhankelijk ook van de context kan dus een andere of genuanceerder definitie van toepassing zijn.
A | |
Aansprakelijkheid | wanneer aan een persoon of bedrijf een bepaalde gedraging kan worden toegerekend |
Activa | de waarde van alle bezittingen van een onderneming |
Alimentatie | financiële bijdrage van aan de kosten van levensonderhoud na ontbinding van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap |
AVA | algemene vergadering van aandeelhouders |
B | |
Belanghebbende | iemand die op basis van een rechtstreeks belang betrokken is bij een besluit of een geschil |
Beneficiaire aanvaarding | het aanvaarden van een erfenis onder voorbehoud van de boedelbeschrijving |
Beslag | maatregel waarbij de beschikking over een voorwerp/goed wordt ontnomen ten behoeve van degene die beslag op de zaak heeft gelegd, ter zekerheid van voldoening van een vordering |
Beschikking | een uitspraak in een procedure die begint met een verzoekschrift |
Beschikkingsbevoegdheid | de bevoegdheid tot het vervreemden, bezwaren en verdelen van bepaalde goederen |
Bestuurdersaansprakelijkheid | aansprakelijkheid voor de handelingen van bestuurders van een rechtspersoon die zij in de hoedanigheid van bestuurder hebben verricht |
Bodembeslag | recht van de Belastingdienst om beslag te leggen op alle inventaris op de bodem (grond) van de beslagene. Dit beslag omvat ook goederen van derden die zich op de bodem van de beslagene bevinden |
Boedelbeschrijving | een inventarisatie van baten en lasten van een (nalatenschaps)boedel |
Bruikleenovereenkomst | overeenkomst waarbij een zaak om niet (gratis/zonder tegenprestatie) in gebruik geeft aan een andere partij, onder de voorwaarde dat de zaak na gebruik weer wordt teruggegeven |
C | |
Concurrentiebeding | schriftelijk beding tussen de werkgever en de werknemer waarin de werknemer wordt beperkt om na het dienstverband werkzaam te zijn in dezelfde branche |
Concurrente crediteur | alle crediteuren in gelijke rang in een faillissement. De netto-opbrengst wordt na de afwikkeling van een faillissement naar evenredigheid van hun vorderingen verdeeld |
Conservatoir beslag | beslag dat wordt gelegd voordat er een rechterlijk vonnis is gewezen, ter zekerheid van uitwinning van de vordering |
Contract | een schriftelijk vastgelegde overeenkomst tussen twee of meer partijen |
Crediteur | (rechts)persoon of entiteit met een vordering op de debiteur |
D | |
Dader | verdachte die voor een strafbaar feit is veroordeeld |
Dagvaarding | een inleidende akte die op verzoek van een partij door een gerechtsdeurwaarder wordt uitgereikt aan de gedaagde partij, waarin de laatste partij wordt opgeroepen om voor de rechter te verschijnen |
Debiteur | schuldenaar die een betalingsverplichting heeft ten opzichte van de crediteur |
Derdenbeslag | beslag dat wordt gelegd op gelden of goederen die van een schuldenaar zijn, maar zich onder een derde bevinden, bijv. beslag op een bankrekening die iemand heeft bij een bank |
Derdenrekening | rekening bij een derde waarop gelden door een partij worden betaald., die pas worden vrijgegeven wanneer de wederpartij aan bepaalde voorwaarden heeft voldaan |
Due diligence | boekenonderzoek dat zich met name richt op financiële, fiscale, juridische en commerciële aspecten |
Dwaling | de situatie waarin een overeenkomst onder invloed van een verkeerde voorstelling van zaken van een of beide partijen tot stand is gekomen |
E | |
Echtscheiding | een van de manieren waarop een huwelijk kan eindigen is d.m.v. een echtscheiding, de echtscheiding wordt op verzoek van één der echtgenoten (of op verzoek van beiden) door de rechter uitgesproken als het huwelijk duurzaam is ontwricht |
Erfpacht | zakelijk recht dat iemand de bevoegdheid geeft tot het gebruik van een stuk grond van iemand anders |
Eigendom | het meest omvattende recht wat iemand op een goed kan hebben |
Eigendomsvoorbehoud | situatie waarbij goederen feitelijk worden geleverd aan de koper, maar de juridische eigendom bij de verkoper blijft, totdat de koopprijs aan de verkoper wordt voldaan |
Eiser | de persoon die een civiele dagvaardingsprocedure of een bestuursrechtelijke procedure begint |
Erfbelasting | belasting die u betaalt over uw erfdeel |
Erflater | de persoon die overleden is |
Erkenning | rechtshandeling die is gericht op het laten ontstaan van een familierechtelijke betrekking met een kind |
Executeur | persoon die verantwoordelijk is voor de afwikkeling van de nalatenschap |
F | |
Faillissement | een (rechts)persoon die in de toestand verkeert dat hij is opgehouden te betalen kan failliet worden verklaard, mits er minstens twee schuldeisers zijn wiens vordering onbetaald worden gelaten |
Flitsfaillissement | procedure waarbij het faillissement gericht is op de voortzetting van de onderneming, zodat nadat het faillissement wordt uitgesproken er direct een doorstart kan worden gemaakt |
Franchise | samenwerkingsverband waarin een ondernemer een bepaalde formule van een keten kan exploiteren |
Fusie | situatie wanneer één of meer bedrijven fuseren en daarmee opgaan in één bedrijf |
G | |
Gedaagde | de persoon tegen wie een eis of een vordering wordt gericht in een civiele dagvaardingsprocedure of bestuursrechtelijke procedure |
Gemeenschap | wanneer meerdere personen het eigendom van een goed of recht gezamenlijk hebben |
Gerechtsdeurwaarder | een ambtenaar die belast is met het uitbrengen van exploten (zoals dagvaardingen) en het verrichten van ontruimingen, beslaglegging en executoriale verkopingen |
Geregistreerd partnerschap | een samenlevingsregistratie als alternatief voor een huwelijk |
Gezag | soort zeggenschap die ouders over hun kind hebben, waardoor zij belangrijke beslissingen mogen nemen over het kind waarover zij het gezag hebben. Een ouder heeft niet altijd gezag, soms is het nodig dat dit wordt aangevraagd bij de rechter |
Goede trouw | belangrijk criterium binnen de rechtspraak in Nederland, waarbij ervan wordt uitgegaan dat iemand bepaalde feiten niet kende en ook niet behoefde te kennen |
Goodwill | de meerwaarde van een onderneming dat niet direct toewijsbaar is aan de activa en passiva |
Grief | bezwaar dat in (hoger) beroep wordt aangevoerd |
Griffie | de administratieve afdeling van een gerecht |
H | |
Herstructurering | wijziging van de inrichting van een onderneming ten behoeve van de continuïteit hiervan |
Huwelijk | een wettelijk geregelde levensgemeenschap van twee volwassenen |
Huwelijkse voorwaarden | regime waarbij echtgenoten de vermogensrechtelijke gevolgen van hun huwelijk regelen in een akte die in het huwelijksgoederenregister wordt ingeschreven |
Hypotheekrecht | bepaalt zekerheidsrecht dat ertoe strekt om op de daaraan onderworpen onroerende goederen een vordering tot voldoening van een geldsom bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen |
I | |
Incidenteel appel | hoger beroep, ingesteld nadat de wederpartij ook al in hoger beroep is gegaan tegen dezelfde beslissing |
Ingebrekestelling | een schriftelijke mededeling van een schuldeiser aan de schuldenaar waarin een redelijke termijn voor nakoming wordt gesteld |
Insolventie | situatie waarin een (rechts)persoon heeft opgehouden aan zijn betalingsverplichting te voldoen |
K | |
Kantonrechter | alleensprekende rechter die zaken behandelt in zowel het civiele recht als in het strafrecht. De kantonrechter behandelt o.a. zaken met vorderingen lager dan € 25.000 etc. |
Kortgeding | spoedprocedure in een zaak waarin snel een voorlopige uitspraak van de rechtbank kan worden gevraagd |
Kracht van gewijsde | een vonnis heeft ‘kracht van gewijsde’ als hiertegen geen beroep meer openstaat |
L | |
Legitieme portie | het wettelijk erfdeel van het kind van de erflater waar het te allen tijde recht op heeft (ook bij onterving) |
Liquidatie | de afwikkeling van de boedel van een (failliete) onderneming (ten behoeve van voldoening van vorderingen van schuldeisers) |
M | |
Mediation | bemiddelingsprocedure door een professionele derde |
Meineed | iemand die opzettelijk niet de waarheid spreekt ten overstaan van de rechter |
Misdrijf | zwaar strafrechtelijk vergrijp |
N | |
Nakoming | het verrichten van een prestatie die voortvloeit uit een overeenkomst |
Natrekking | de situatie waarin een zaak deel gaat uitmaken van een andere zaak, waardoor het eigendom van de nagetrokken zaak tenietgaat |
Nietige rechtshandeling | een rechtshandeling die bij voorbaat het beoogde rechtsgevolg niet heeft |
Nietigverklaring | oordeel van de rechter dat een vorige uitspraak van een lagere rechter niet geldig is |
O | |
Onderbewindstelling | vorm van toezicht waarbij een bewindvoerder wordt aangesteld indien aan een onderneming surseance van betaling is verleend of wanneer het faillissement van een onderneming is uitgesproken |
Ongerechtvaardigde verrijking | hier is sprake van als iemand verrijkt wordt ten koste van een ander, zonder dat hier een rechtsgrond voor bestaat |
Onrechtmatige daad | een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht, of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt |
Onwaardigheid | wanneer iemand niet bevoegd is om uit een nalatenschap voordeel te genieten |
Ontbinding | de mogelijkheid om van een overeenkomst af te zien in het geval er sprake is van een tekortkoming in de nakoming |
Onterving | uitsluiting van een kind door de erflater uit een nalatenschap |
Ontslag | het beëindigen van een arbeidsovereenkomst |
Onverschuldigde betaling | wanneer op grond van een vernietigde overeenkomst geld is betaald of een dienst is verricht, waardoor dit achteraf zonder rechtsgrond is gebeurd |
Onwaardig erfgenaam | erfgenaam die niet bevoegd is om voordeel te genieten uit een nalatenschap |
Opschorten | het recht voorbehouden om een (rechts)handeling uit te stellen totdat de wederpartij aan voorwaarde heeft voldaan |
Opstal | zakelijk recht om in, op of boven een onroerende zaak van een ander gebouwen, werken of beplantingen in eigendom te hebben of te verkrijgen |
Ouderschapsplan | overeenkomst tussen ouders die uit elkaar gaan waarin afspraken omtrent de kinderen staan |
Overtreding | licht strafrechtelijk vergrijp |
P | |
Pandrecht | zekerheidsrecht dat gevestigd kan worden op goederen ter zekerheid van de voldoening van een geldsom, waardoor een voorrangspositie wordt gecreëerd t.o.v. andere schuldeisers |
Parentele stelsel | wettelijk stelsel om te bepalen wie erfgenaam is |
Passiva | de schulden van een bedrijf |
Paulianeus handelen | handelen ten nadele van schuldeisers c.q. de faillissementsboedel, om zo een bevoorrechte positie te krijgen t.o.v. andere schuldeisers (in een faillissement) |
Plaatsvervulling | als een erfgenaam niet kan of wil erven, mogen afstammelingen van deze erfgenaam in deze plaats treden |
Pluraliteit van schuldeisers | er moeten tenminste twee schuldeisers zijn wiens vorderingen structureel onbetaald worden gelaten voordat sprake kan zijn van een faillissementssituatie (een toestand waarin de (rechts)persoon is opgehouden te betalen) |
Preferente crediteur | schuldeisers met een bepaald (wettelijk) voorrecht |
Proceskosten | de griffierechten en een deel van de gemaakte kosten voor rechtsbijstand |
R | |
Rechtshandeling | handeling waardoor een beoogd rechtsgevolg intreedt of kan intreden |
Registergoed | zekerheidsrecht dat gevestigd kan worden op goederen die geen registergoederen zijn |
Renvooiprocedure | procedure in een faillissement over de omvang en het bestaan van een vordering die is betwist door de curator of andere crediteuren |
Reorganisatie | herstructurering in een bedrijf of organisatie |
Retentierecht | het recht van een schuldeiser om een roerend goed dat hij onder zich heeft niet af te geven aan de schuldenaar zolang zijn vordering niet is voldaan |
Royement | het afbreken van een lopende procedure |
S | |
Schadevergoeding | de verplichting tot het voldoen van de schade die iemand ten gevolge van een bepaald feit leidt |
Schuldeiser(s) | (rechts)personen of entiteiten die een vordering hebben op de schuldenaar |
Sommatie | een (vaak schriftelijke) aanmaning tot betaling |
Surseance van betaling | een algemeen uitstel van betaling, met als doel de schuldenaar ee pauze te gunnen om de financiële problemen op te lossen |
Steunmaatregelen | maatregelen vanuit de regering waarbij ondernemers tegemoet worden gekomen door bijvoorbeeld betalingsuitstel of compensatie |
T | |
Tenuitvoerlegging | het uitvoeren van datgene wat in het vonnis is beslist |
Turboliquidatie | wanneer een rechtspersoon onmiddellijk ophoudt te bestaan nadat het ontbindingsbesluit is genomen, en de rechtspersoon daarna geen baten en schulden, of uitsluitend schulden heeft, en dus feitelijk ‘leeg’ is |
U | |
Uitvoerbaar bij voorraad | dit houdt in dat de tenuitvoerlegging van een veroordelend vonnis doorgang kan blijven vinden, ook wanneer door de wederpartij een ander rechtsmiddel zoals hoger beroep wordt ingesteld |
V | |
Verdachte | de persoon over wie aanwijzingen bestaan dat hij/zij mogelijk een strafbaar feit heeft gepleegd |
Vereffening (in faillissement) | afwikkeling van een faillissement nadat het vermogen van de gefailleerde is geliquideerd |
Vernietigbare rechtshandeling | een rechtshandeling waarbij het beoogde rechtsgevolg wel geacht wordt te bestaan, zolang de vernietiging hiervan (nog) niet is aangevraagd |
Verstek | wanneer de gedaagde niet of niet tijdig verschijnt in de tegen hem aangespannen procedure |
Verzet | rechtsmiddel dat door een gedaagde kan worden ingesteld als hij niet of niet tijdig is verschenen in de tegen hem aangespannen procedure, waarna het door eiser gevorderde bij verstek geheel of gedeeltelijk is toegewezen door de rechter |
Volmacht | de bevoegdheid die een volmachtgever verleent aan een ander om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten |
Vonnis | een uitspraak in een procedure die begint met een dagvaarding |
Vrijspraak | een rechterlijke beslissing dat het tenlastegelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen wordt geacht |
W | |
Wettelijke rente | het rentepercentage dat men verschuldigd is bij het te laat betalen van een geldsom |
WHOA | met de WHOA (Wet Homologatie Onderhands Akkoord) wordt een nieuwe regeling in de Faillissementswet opgenomen, die het voor schuldenaren mogelijk maakt om schulden te saneren middels het aanbieden van een (onderhands) akkoord aan de schuldeisers. Bijzonder aan deze nieuwe regeling is dat het akkoord ook schuldeisers kan binden die niet met het akkoord instemmen. Daarom wordt het akkoord ook wel een ‘dwangakkoord’ genoemd. De WHOA kan een belangrijk instrument zijn ter afwending van faillissement |
WSNP | de “Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen” is een regeling die aan natuurlijke personen in financiele problemen de mogelijkheid biedt om de schulden te saneren en na een bepaalde periode met een ‘schone lei’ te beginnen |